SPIEGELBEELD
Fragment uit mijn dagboek:
Ik kijk in de spiegel. Ik zie het spiegelbeeld van een redelijk mooie vrouw. Ik kan alles over haar vertellen. Ik ken haar verleden. Ik ken haar heden. Ik ken haar karaktertrekjes. En weet welke trekjes er door de jaren gevormd zijn door haar rugzak. Maar ken ik haar ook echt?
Nee is daarop mijn antwoord. Ik weet alles van mezelf. En hoor vaak anderen zeggen dat ik beschik over een flinke portie zelfkennis. Maar mezelf echt kennen? De vrouw in de spiegel staart nog steeds terug. Nee. Ik ken haar niet. Het is niet dezelfde vrouw als het meisje wat ooit Sweetmizzy was. Dat meisje wat durfde te dromen over haar toekomst. Dat meisje wat iets wilde bereiken.
Soms heb ik behoefte om jeugdfoto's erbij te pakken en dat meisje terug te halen. Al was het maar alleen in gedachten. Maar de foto's zijn achtergebleven tijdens mijn vlucht en de vrouw in de spiegel doet verdomd veel moeite om zich dat meisje te herinneren. Haar dromen te herinneren. Haar terug te vinden. Maar soms lijkt het wel tevergeefs.
De dromen van vroeger zijn weggevaagd. Het meisje van vroeger is weggevaagd.
Niets maar dan ook echt niets is er over van dat meisje. Soms lijkt het wel of de vrouw in de spiegel helemaal geen verleden heeft. Niet bestond. Lijkt het wel.
En zo voelt het ook. Alsof ik niet geleefd heb tot nu. Genieten van de dingen die nu in mijn leven komen, durf ik bijna niet. Dromen van de toekomst kan ik al helemaal niet. Dat heb ik al zo lang niet meer gedaan. En het doet zoveel pijn om te beseffen dat je wel van alles kunt dromen, maar dat dit tot dit moment eigenlijk puur bedrog is geweest. De vrouw in de spiegel is bang om te dromen.
Bang om het bedrog los te laten en te geloven dat dromen weer zou mogen. Want stel dat ik weer voor niets droom? Dat zou de teleurstelling des te groter maken. En daar wil ik mezelf voor behoeden.
Bovenstaande gedachtengang is zo ongeveer de gedachtengang die mij bezighoudt iedere keer als ik in een spiegel kijk. Of als ik mezelf zie lopen in de weerspiegeling van etalage van een winkel.
En deze gedachtengang maakt dat ik boos word. Zo bang als ik een paar jaar terug nog was, voor de macht, de kracht en de bedreigingen van mijn ex. Zo boos en woedend word ik nu, iedere keer als ik mezelf recht in de spiegel aankijk.
Waar heeft hij al die jaren het recht vandaan gehaald, mij met veel bedrog en loze beloften te laten dromen. Dromen over zaken die nooit zouden uitkomen. Iets wat hij van te voren wist. Iets waar ik te laat achterkwam. Iets waar hij nu kort voor moet boeten. Iets waar ik de rest van mijn leven maar mee moet leren leven.
De vrouw in de spiegel staart me nog steeds aan. Ze veinst een lach die er nog verdomd echt uit ziet ook. Dat heb ik in elk geval geleerd in de afgelopen jaren. Zolang ik mijn Happy Hookerface opzet lijkt het in elk geval net of ik leef... TERUG NAAR BLOG